(klemtoonhomogram)

  • mis·ra·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
misraden
misraadde
misried
misraden
klasse 7

gemengd

volledig [A]

[A] misráden

  1. overgankelijk iemand op verkeerde wijze raadgeven
    • Hij voelde zich aardig misraden 
  2. voltooid deelwoord van misraden
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
misraden
raadde mis
ried mis
misgeraden
klasse 7

gemengd

volledig [B]

[B] mísraden

  1. overgankelijk verkeerd raden
    • Hij had misgeraden en verloor.