Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·in·for·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord misinformatie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de misinformatiev

  1. al of niet opzettelijk verspreide foutieve informatie
     "Het was allemaal al niet heel positief voor Facebook", zegt Willemijn van Dolen, hoogleraar marketing aan de Universiteit van Amsterdam. "Het kan best zijn dat het platform in de hoofden van mensen nu het label krijgt 'het platform dat politici toestaat te adverteren met misinformatie'. Dat is geen fijne associatie voor je merk."[1]
     De Nationale Veiligheidsraad waarschuwt voor het rondpompen van nepnieuws en onbevestigde militaire berichten. Kranten en nieuwssites zijn gewaarschuwd dat er mogelijk juridische stappen worden ondernomen als er "paniekzaaiende" misinformatie wordt verspreid.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Nando Kasteleijn
    “Dat Twitter politieke reclames gaat weren, heeft nauwelijks financiële gevolgen” (Donderdag 31 oktober 2019, 18:31), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Weer spanning tussen Armenië en Azerbeidzjan, Poetin en Macron manen tot kalmte” (Vrijdag 14 mei 2021, 11:07), NOS