• mis·deeld
  • vervoeging van misdelen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen misdeeld misdeelder misdeeldst
verbogen misdeelde misdeeldere misdeeldste
partitief misdeelds misdeelders -

misdeeld

  1. niet ontvangend waar men recht op heeft
    • Hij was altijd een beetje een misdeeld kind geweest. 
     Mentaal sterke mensen: .... Hebben niet het gevoel dat ze misdeeld worden;[1]
vervoeging van: misdelen…
verbogen vorm: misdeelde

misdeeld

  1. voltooid deelwoord van misdelen
90 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be