• mi·li·eu·be·wust
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen milieubewust milieubewuster (milieubewustst) *
verbogen milieubewuste milieubewustere (milieubewustste) *
partitief milieubewusts milieubewusters -

milieubewust

  1. zowel in gedachten als in daden rekening houdend met de leefomgeving
    • Hij sprak wel heel erg milieubewust maar zijn daden kwamen daar niet mee overeen. 
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest milieubewust(e)" worden gebruikt. [1] [2]
  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)