Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den·vak·rij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middenvakrijder middenvakrijders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de middenvakrijderm

  1. (verkeer) een bestuurder die continue of te lang in de middelste baan op een driebaans snelweg blijft rijden, terwijl die bestuurder naar rechts kan (of links in een land waar men links rijdt)
    • Een middenvakrijder is strafbaar doordat het onveilig rijgedrag is, ondanks dat mensen dat niet doorhebben. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid