Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den·stip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middenstip middenstippen
verkleinwoord middenstipje middenstipjes

Zelfstandig naamwoord

de middenstipv / m

  1. (sport) veldsport, bijv. voetbal stip in het midden van het veld waar de aftrap plaatsvindt
    • De scheidsrechter legde de bal op de middenstip en het spel kon beginnen. 
Hyperoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid