Nederlands

 
[2] middencirkel
Uitspraak
Woordafbreking
  • mid·den·cir·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord middencirkel middencirkels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de middencirkelm

  1. (sport) cirkel in het midden van een speelveld
     In de verte ziet Cissé zijn ploeggenoten, gespannen in de middencirkel. Dan draait hij zich om, de ogen gericht op de bal en begint zijn aanloop. Op de rand van de zestien houdt hij even in, maar de keeper verroert zich niet.[1]
     "Het is onzeker of dit veld ooit in Nederland in gebruik is geweest", zegt Van de Vooren, "maar wat we wel weten is dat er in 1905 een nieuw veld was ontworpen, dat ook in Nederland werd ingevoerd. Toen was namelijk de FIFA opgericht, de internationale voetbalbond, en was het dus nodig geworden om wereldwijd dezelfde veldindeling te gebruiken." Dat veld, met de middencirkel, het strafschopgebied en de penaltystip, is het veld dat nu nog steeds bestaat.[2]
  2. (meetkunde) cirkel die een speciale relatie heeft met twee andere cirkels

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Voetbal
    “De missie van bondscoach Cissé: 'Voor Senegal, mijn familie en Bouba Diop'” (Woensdag 2 februari 2022, 15:00), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “130 jaar geleden werd in Nederland de eerste penalty genomen - en die ging naast” (Maandag 8 november 2021, 21:13), NOS