middagtrein
- Geluid: middagtrein (hulp, bestand)
- mid·dag·trein
- samenstelling van middag zn en trein zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | middagtrein | middagtreinen |
verkleinwoord |
- een trein die in de middaguren vertrekt of aankomt
- ▸ Ik zou terugkeren met de middagtrein en het rijtuig zou me afhalen.[2]
- Het woord middagtrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Burcht der verschrikking” (1966), Saga, ISBN 9788726484878