microprocessor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mi·cro·pro·ces·sor
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘geïntegreerde schakeling van een computer op één chip’ voor het eerst aangetroffen in 1977 [1]
- afgeleid van processor met het voorvoegsel micro-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | microprocessor | microprocessoren microprocessors |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de microprocessor m
- (informatica) geïntegreerde schakeling die de hele CVE van een computer bevat op één enkele chip
Afgeleide begrippen
Vertalingen
geïntegreerde schakeling die de hele CVE van een computer bevat op één enkele chip
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord microprocessor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.