mezoezo
- me·zoe·zo
- Herkomst: Asjkenazisch Hebreeuws, letterlijk: 'deurpost' [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mezoezo | mezoezous |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) kokertje aan deurpost met teksten uit het Bijbelboek Deuteronomium, om te herinneren aan de geboden
- Het woord 'mezoezo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.