Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·tho·do·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord methodoloog methodologen
verkleinwoord methodoloogje methodoloogjes

Zelfstandig naamwoord

de methodoloogm

  1. (beroep) een beoefenaar van de methodologie
    • De methodoloog probeerde de gang van zaken te doorgronden. 
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid