met uitzondering van
- Geluid: met uitzondering van (hulp, bestand)
- IPA: /mɛtˈœytsɔndərɪŋvɑn/
- met uit·zon·de·ring van
- vaste verbinding van met (voorzetsel), uitzondering (zelfstandig naamwoord) en van (voorzetsel)
met uitzondering van
- (formeel) zonder, uitgezonderd
- Roken op stations is verboden met uitzondering van de gemarkeerde rookzones.
- Het woord met uitzondering van staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.