mercantilisme
- mer·can·ti·lis·me
- afleiding van mercantiel met het achtervoegsel -isme[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mercantilisme | |
verkleinwoord |
het mercantilisme o
- (economie) economische politiek die gericht is op de stimulering van de export en remming van de import
- ▸ Wat kan ik nog doen? Alle mogelijkheden van kameralisme en mercantilisme zijn uitgeput.[2]
- (economie) economische politiek die handel en industrie stimuleert ten koste van de landbouw
- handelsgeest
- ▸ 'Vlaanderen ondersteunt zo het Hollandse mercantilisme, terwijl het zijn eigen logistiek positie verzwakt', aldus de Belgische transporteconoom Evrard Claessens vandaag in enkele Vlaamse media.[3]
- [1] colbertisme
- Het woord mercantilisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Gewassen vlees” (2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
- ↑ Weblink bron “Belgische havens niet blij met Nederlandse samenwerking” (09-07-2011), Tubantia