mensensmokkelaarsbende

  • men·sen·smok·ke·laars·ben·de
enkelvoud meervoud
naamwoord mensensmokkelaarsbende mensensmokkelaarsbendes
mensensmokkelaarsbenden
verkleinwoord - -

de mensensmokkelaarsbendev / m

  1. (misdaad) criminele organisatie die geld verdient met het verzorgen van illegale immigratie
     Uit zucht tot avontuur en overgehaald door een contactpersoon van de mensensmokkelaarsbende in Nederland, die hun waarschijnlijk voorgespiegeld heeft dat zij in korte tijd een groot bedrag konden verdienen zonder werkelijk risico te lopen, hebben zij zich onnadenkend en hals over kop in deze riskante affaire gestoken.[1]
  1.   Weblink bron
    J.B.
    Waarschijnlijk betrokken bij mensensmokkel : Twee jeugdige Amsterdammers in Oost-Berlijn gevangen gezet, jrg. 50 nr. 162, Limburgs Dagblad, Heerlen in: Limburgsch Dagblad (6 mei 1968), Nieuwe Limburger Koerier, p. 1 kol. 7