melkmok
- melk·mok
- samenstelling van melk zn en mok zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | melkmok | melkmokken |
verkleinwoord | - | - |
- (huishouden) beker van aardewerk om zuivel uit te drinken
- ▸ Maja's melkmok met ‘Beste mama van het jaar’ was kortgeleden gesneuveld tijdens de afwas.[1]
- Het woord 'melkmok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Martin Scherstra“Lief en leed” (2021), Zomer & Keuning, Utrecht, ISBN 9789020540666