• melk·mok·ken

de melkmokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord melkmok
     Ook al is hij maar dertig centimeter groot, hij is zo onstuimig dat het tafellaken verschuift, de melkmokken tegen elkaar kletsen en de kruimels meer op de grond terechtkomen dan in zijn muil.[1]
  1.   Weblink bron “De roze tijgers en de verdwenen juf” (2013), Lannoo Meulenhoff - Belgium, Tielt, ISBN 9789401407854, hfst. 11