melkkelder
- Geluid: melkkelder (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɛləˌkɛldər / (3 of 4 lettergrepen)
- melk·kel·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | melkkelder | melkkelders |
verkleinwoord | - | - |
de melkkelder m
- (veeteelt) ondergrondse en daardoor koele en donkere ruimte, bestemd om koemelk te bewaren
- ▸ De ruimtelijke ordening van de zuivelboerderij in Holland en Friesland was al aan het begin van de 16de eeuw aangepast. De stallen werden gescheiden van de ruimten waar boter en kaas werden bereid. Melkkelders werden op het noorden gebouwd om koude opslag mogelijk te maken.[2]
- Het woord melkkelder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Dirk Vlasblom“Een proper kaaskoppenland” (17 december 2009) op nrc.nl