• meis·jes·ge·zicht
enkelvoud meervoud
naamwoord meisjesgezicht meisjesgezichten
verkleinwoord meisjesgezichtje meisjesgezichtjes

het meisjesgezichto

  1. het gelaat van een jonge vrouw
     Die blos, zie je, die maakt haar weerloos, en daarmee mooi. Een meisjesgezicht, blozend op de rand van verliefdheid, van voorzichtige overgave.[2]
     Het werk heet Wish en is een idee van Jorge Rodríguez-Gerada, die met dit meisjesgezicht de Noord-Ierse stad een blik op een hoopvolle toekomst wil bieden.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron “'Nieuw gezicht voor Belfast'” (20-10-2013), NOS