meeouder
- mee·ou·der
- samenstelling van mee bw en ouder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meeouder | meeouders |
verkleinwoord |
de meeouder m
- (familie) de vrouw van een lesbisch stel die niet de biologische moeder is
- ▸ Om de ‘zorgkloof’ in gezinnen te verkleinen, dient CD&V een wetsvoorstel in dat vaders en meeouders verplicht om hun geboorteverlof op te nemen. Dat moet ook eventuele druk op werknemers wegnemen.[1]
- ▸ Smaers wil daar verandering in brengen. Ze werkte een wetsvoorstel uit dat voorziet dat zelfstandigen of meeouders tien dagen geboorteverlof kunnen opnemen binnen de vier maanden vanaf de dag van de bevalling van de partner.[2]
- ▸ Ook meeouders zijn in de tekst opgenomen. Hij liet ook de kostprijs berekenen destijds. Vijf dagen vaderschapsverlof zou jaarlijks 5,9 miljoen euro kosten.[3]
- Het woord meeouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meeouder" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Weblink bron Marjan Justaert“CD&V wil verplicht geboorteverlof voor vader” (07/03/2015), De Standaard
- ↑ Weblink bron Wle“’Ook zelfstandigen moeten vergoeding krijgen tijdens vaderschapsverlof’” (25/02/2018), De Standaard
- ↑ Weblink bron evg“Binnenkort ook tien dagen vaderschapsverlof voor zelfstandigen” (12/02/2019), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be