meeleven
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
meeleven | meelevend |
- mee·le·ven
- samenstelling van mee bw en leven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meeleven |
leefde mee |
meegeleefd |
zwak -d | volledig |
meeleven
- in dezelfde periode samen doormaken
- uit verbondenheid proberen je gevoelsmatig te verplaatsen in wat iemand doormaakt
- Het woord meeleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "meeleven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be