• mee·klin·ken

meeklinken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meeklinken
klonk mee
meegeklonken
klasse 3 volledig
  1. samen met iets anders ten gehore brengen; samen met iets anders bespreken
     Doe er nog een paar streepjes bij, dan klopt het precies, riep hij met zijn hoge stem waarin hij een flinkheid probeerde te laten meeklinken die niet bij zijn postuur paste.[1]
     Annelies Verbeke of Tom Lanoye zitten er niet mee en zeggen: ‘Volg je eigen hartstocht.’ Als je op de een of andere manier engagement in je roman wilt laten meeklinken, dan doe je dát, en als je een briljantje wilt schrijven dat louter een autonome werkelijkheid representeert, dan doe je dát.[2]
  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2.   Weblink bron “‘Ik volg mijn fascinatie’” (12/03/2010), HP de Tijd