mass
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
mass | masses |
Zelfstandig naamwoord
mass
- (natuurkunde), (scheikunde) massa; de totale hoeveelheid materie in een object, bepaald aan de hand van de graviteit of door de inertie van dat object.
- massa; de kwantiteit waarin iets aanwezig is.
- (religie) mis; godsdienstoefening in de katholieke kerk, eucharistieviering.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to mass |
he/she/it | masses |
verleden tijd | massed |
voltooid deelwoord |
massed |
onvoltooid deelwoord |
massing |
gebiedende wijs | mass |
Werkwoord
mass
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /mas/
Woordafbreking
- mass
Zelfstandig naamwoord
mass