marqueterie
- Geluid: marqueterie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌmɑrkətəˈri / (4 lettergrepen)
- mar·que·te·rie
- van Frans marqueterie [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marqueterie | |
verkleinwoord |
de marqueterie v
- (houtbewerking) een vorm van inlegwerk waarbij verschillende delen als een legpuzzel op elkaar aansluiten
- ▸ Er was trouwens in dat aardige bergdorp, bekend vacantie-oord voor de Europeanen van Tokio en Yokohama gedurende de zomermaanden, nog wel iets anders te zien Winkeltjes vol met het kunstig ingelegde houtwerk, dat aan de ‘marqueterie’ van de Riviera herinnert, schietbanen voor de aloude nationale boogschutterskunst, uitstallingen van gelooide en opgemaakte dierenhuiden uit het gebergte, depots van curiositeiten, schilderachtige theehuizen, kleine Buddha- en Shinto-tempels, ateliers van inlandsche fotografen.[3]
- Het woord marqueterie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ marqueterie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Samuel Kalff“In Daimiyo-land.” (1902), DBNL