margrietje
- Geluid: margrietje (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- mar·griet·je
het margrietje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord margriet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | margrietje | margrietjes |
het margrietje o dim. tant.
- (neteldieren) Actinothoe sphyrodeta een zeeanemonensoort uit de familie Sagartiidae . Actinothoe sphyrodeta is voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Philip Henry Gosse in 1858
- bronsvleugelmargrietje, bruin margrietje, grijskopmargrietje, maximiliaanmargrietje, pruimkopmargrietje, roodsnavelmargrietje, witkopmargrietje, zwartoormargrietje
- Het woord margrietje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.