marathonschaatser
- Geluid: marathonschaatser (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmaratɔnˌsxatsər / (5 lettergrepen)
- ma·ra·thon·schaat·ser
- samenstelling van marathon zn en schaatser zn , gevormd naar het voorbeeld van marathonloper
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marathonschaatser | marathonschaatsers |
verkleinwoord | - | - |
de marathonschaatser m
- (sport) schaatsenrijder die meedoet aan een of meer wedstrijden met minstens 5 gelijktijdig startende deelnemers over zeer lange afstanden
- ▸ Fotografie boeide Groeneveld al toen hij zelf nog schaatste. (…) „Buitenijs is het mooist, ook qua beeld.” Niet voor niets was zijn jongensdroom vroeger om ooit de beste marathonschaatser te worden en niet per se olympisch of wereldkampioen.[1]
- ▸ Dinsdag riep schaatsbond KNSB dringend op voortaan een helm te dragen op natuurijs. Voor marathonschaatsers werd die vorig jaar al verplicht.[2]
- Het woord marathonschaatser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Maarten Scholten“Na de val – een nieuwe kijk op het leven” (27 april 2018) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Christiaan Weijts“Schaatshelm? Vroeger vielen kindjes gewoon” (17 januari 2017) op nrc.nl