Nederlands

 
Manuslederkop (Philemon albitorques, afbeelding van Joseph Smit  )
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ma·nus·le·der·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord manuslederkop manuslederkoppen
verkleinwoord manuslederkopje manuslederkopjes

Zelfstandig naamwoord

de manuslederkopm

  1. (zangvogels) Philemon albitorques   een zangvogel uit de familie van de honingeters. Deze soort behoort tot een groep van nauw verwante soorten lederkoppen op eilanden in het oosten van de Indische Archipel zoals de
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie