• ma·noeu·vreer·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen manoeuvreerbaar manoeuvreerbaarder manoeuvreerbaarst
verbogen manoeuvreerbare manoeuvreerbaardere manoeuvreerbaarste
partitief manoeuvreerbaars manoeuvreerbaarders -

manoeuvreerbaar

  1. bestuurbaar, als het goed mogelijk is iets in de gewenste richting te laten bewegen
    • De robot wordt standaard op 500 meter diepte ingezet, maar in een titanium constructie kan hij op elke gewenste diepte aan de slag, waarbij hij tot 200 kilo aan instrumenten mee de diepte in kan nemen. In gesleepte toestand ontplooit hij een stuwkracht van 400 kgF per Magnus Rotor bij een sleepsnelheid van zeven knopen. Er zijn vier rotoren kruisgewijs geplaatst om een goede horizontale en verticale manoeuvreerbaar te krijgen. [1] 
  1. NRC 9 juni 1994