• mams
  • Afgeleid van mama met het achtervoegsel -s
enkelvoud meervoud
naamwoord mams
verkleinwoord

de mamsv

  1. (informeel) moeder
    • Vandaag was mams in een vrolijke bui. 
93 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be