• paps
  • Afgeleid van papa met het achtervoegsel -s
enkelvoud meervoud
naamwoord paps
verkleinwoord

de papsv

  1. (informeel) vader
    • Vandaag was paps in een vrolijke bui. 
94 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be