machzer
- mach·zer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | machzer | machzorem |
verkleinwoord |
het machzer o
- (Jiddisch-Hebreeuws) gebedenboek voor de cyclus van grote feestdagen
- Hebreeuws: machzor
- Het woord 'machzer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.