maastrichtien
- Geluid: maastrichtien (hulp, bestand)
- IPA: /mastrɪxˈtin/
- maas·trich·tien
- van de stad Maastricht, met het achtervoegsel -ien; naam voor het eerst gebruikt door de Belgische paleontoloog A.H. Dumont in 1849
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maastrichtien | - |
verkleinwoord | - | - |
het maastrichtien o
- (geologie) zesde en laatste tijdsnede van het tijdvak laatkrijt, van 72,1 tot 66 miljoen jaar geleden
- Vóór 2006 was de spelling Maastrichtien. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
- maastrichtiaan (Vlaanderen)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord maastrichtien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.