mít
Niet te verwarren met: mit |
- mít
mít imperfectief
- hebben; (rechtmatig of wederrechtelijk) bezitten
- hebben; als onderdeel hebben, omvatten, bevatten
- moeten
- «Co mám dělat?»
- Wat moet ik doen?
- «Co mám dělat?»
- (iets) hebben; een relatie hebben
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | mám | máme | |
tweede persoon | informeel | máš | máte |
formeel | máte | ||
derde persoon | má | mají |
- Oude schrijfwijze: míti imperfectief