• mám

mám

  1. genitief meervoud van máma

mám

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van mať: (ik) heb


  • mám

mám

  1. genitief meervoud van máma

mám

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord mít: (ik) heb