• IPA: /mɔːrˈdi/
  • mår·di
  • Ontstaan uit het Latijnse Martis dies (dinsdag, de dag van Mars).
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  mårdi     li mårdi     mårdis     les mårdis  

mårdi m

  1. dinsdag


Dagen in het Waals
londi, dilon
maandag
mårdi, dimår
dinsdag
mierkidi, dimiek
woensdag
djudi, diyou
donderdag
vénrdi, divénr
vrijdag
semdi
zaterdag
dimegne
zondag