• IPA: /dɨˈvẽr/
  • di·vénr
  • Ontstaan uit het Latijnse dies Veneris (vrijdag, de dag van Venus).
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  divénr     li divénr     divénrs     les divénrs  

divénr m

  1. vrijdag


Dagen in het Waals
londi, dilon
maandag
mårdi, dimår
dinsdag
mierkidi, dimiek
woensdag
djudi, diyou
donderdag
vénrdi, divénr
vrijdag
semdi
zaterdag
dimegne
zondag