luur
- luur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luur | luren |
verkleinwoord |
- iemand in de luren leggeniemand verrassen, iemand bedotten
- ∗ Federer kende een haperende start tegen Dzumhur. De Zwitser liet zich in de eerste set af en toe in de luren leggen door de nummer 99 van de wereld uit Bosnië.[3]
- ∗ Niet iedereen laat zich daardoor in de luren leggen.[4]
- ∗ Hoe hebben wereldleiders zich zo door Poetin in de luren kunnen laten leggen?[5]
1. luier
- Het woord luur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "luur" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ , 2e druk (1655), Cornelis Jansz. Stichter, Amsterdam in: Amsterdamsche Vreughde-stroom (Tweede deel)., p. 126
- ↑ Weblink bron “Federer moeizaam verder op US Open” (28 augustus 2019), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron Marco Weijers“’Anna’: Bloedmooi model dodelijk trefzeker” (12 september 2019), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron Steven Pont“ (1 maart 2022) op www.gelderlander.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be