Nederlands

 
luizenei
Uitspraak
Woordafbreking
  • lui·zen·ei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luizenei luizeneieren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

luizenei o [1]

  1. eitje van een (hoofd)luis
    • De moeder die de luizeneitjes uit haren plukt, doet dit al jaren. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen