luisouder
- luis·ou·der
- samenstelling van luis zn en ouder zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luisouder | luisouders |
verkleinwoord |
de luisouder m
- (onderwijs) ouder die basisschoolleerlingen controleert op de aanwezigheid van hoofdluizen
- Het woord luisouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.