ludiek
- lu·diek
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ludiek | ludieker | ludiekst |
verbogen | ludieke | ludiekere | ludiekste |
partitief | ludieks | ludiekers | - |
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘speels’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1938 [1]
ludiek
- bijzonder en leuk, apart op een leuke manier
- ▸ Het was een ludieke manier om de lange kilometers van de dag te verzachten.[2]
- Ludiek verzet tegen de oorlog in Oekraïne is voor de Russische autoriteiten niet om te lachen. Rechtszaken tegen actievoerders zitten vol absurdisme, is te zien in een documentaire over de zaak tegen tekenaar Sasja Skotsjilenko. [3]
- ▸ Het was een ludieke manier om de lange kilometers van de dag te verzachten.[2]
- een ludieke actie
een actie die leuk is, maar nog niet eerder gezien
- een ludiek protest
het op een leuke, grappige manier kenbaar maken dat men het ergens niet mee eens is
1. bijzonder en leuk, apart op een leuke manier
- Het woord ludiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ludiek" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ludiek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ www.nrc.nl (15 mrt 2024)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be