Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·post·pa·pier
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtpostpapier
verkleinwoord
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het luchtpostpapiero

  1. licht blauw papier met een gering gewicht dat men gebruikt voor het verzenden van brieven met een vliegtuig
     De prullenbak zat vol en ze kieperde hem om in een zak. Als laatste viel er een enveloppe van luchtpostpapier uit. Ze viste hem uit de zak. Hij was geadresseerd aan het postkantoor in Makkum, poste restante R. Brandsma.[1]
     Jan’s eerste brieven op luchtpostpapier liggen hier in Tubbergen nog op zolder. “Brieven waar we soms wel vijf maanden op moesten wachten. Vaak hadden we geen idee hoe het met hem was. Dat was wel moeilijk.”[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2.   Weblink bron
    Mandy de Jong
    “Het bijzondere leven van Jan Finkers, hermano tussen de Yanomami” (25-12-2017), Tubantia