Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·har·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchthartigheid luchthartigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de luchthartigheidv

  1. de mate waarin iemand zaken niet al te zwaar opneemt
     "Ze kon de complexiteit van elk sociaal probleem uitleggen, zonder dat je in de put raakt. Ze had een soort luchthartige ernst, of serieuze luchthartigheid over zich", zegt collega-schrijfster Nelleke Noordervliet over Renate Dorrestein, die vrijdag op 64-jarige leeftijd overleed.[2]
  2. iets dat getuigd van het luchthartig zijn
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Renate Dorrestein had een 'serieuze luchthartigheid' over zich” (6 mei 2018, 12:16), NOS