luchtalarm
  • lucht·alarm
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtalarm luchtalarmen
verkleinwoord

het luchtalarmo

  1. geluidssignaal door sirenes om de bevolking tegen gevaar te waarschuwen
    • Het luchtalarm wordt in Nederland eens per maand getest, op de eerste maandag van de maand om 12.00 uur, om te controleren of de sirene overal werkt en te horen is, maar ook om het alarmsysteem bij het publiek in het bewustzijn te houden. 
     Op de eerste dag van de invasie vluchtte Vitali Lavryk met gezin een schuilkelder in Kiev in. „Ik heb het zelf niet gehoord, maar mijn kinderen zeiden dat er in de verte explosies klonken”, vertelt hij, chattend via Telegram. Ook de luchtalarmen en overrazende vliegtuigen op hun tocht richting Polen, gingen deels aan hem voorbij.[1]
     Kostic over zijn jeugd in Kragujevac: „We voetbalden als kinderen heel veel buiten. Op een dag riep mijn opa ons bij elkaar omdat hij het luchtalarm hoorde afgaan. Hij bracht ons snel naar de schuilkelder om te zorgen dat ons niets overkwam.”[2]
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    Emilie van Outeren
    “‘Je leven opbouwen lukt niet als je stilzit op de bank’ : Vitali Lavryk (58)” (22 september 2022) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Wilfried de Jong
    “Luchtalarm” (21 oktober 2013) op nrc.nl  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be