[2] luchtacrobatiek
  • lucht·acro·ba·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtacrobatiek
verkleinwoord

de luchtacrobatiekv

  1. het op een kunstige, spectaculaire manier vliegen
     In de eerste run haalde Ouwerkerk een score van 77,25 voor zijn luchtacrobatiek maar zijn tweede poging leverde geen verbetering op.[1]
     De vlieger is lid van een stuntteam, hij won internationale prijzen in luchtacrobatiek. Een collega is ervan overtuigd dat die ervaring met capriolen in de lucht geholpen hebben deze noodsituatie tot een veilig eind te brengen.[2]
  2. acrobatiek hoog in de lucht aan een trapeze
  1.   Weblink bron “Ouwerkerk niet in finale big air” (23-01-2015), NOS
  2.   Weblink bron “Stuntpiloot maakt noodlanding op Amerikaanse snelweg” (VR 4 DECEMBER), NOS