Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loop·oor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loopoor looporen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het loopooro

  1. (medisch) oor waar groen of geel vocht uitstroomt
    • Oordruppels met antibiotica en een ontstekingsremmer werken beter dan een antibioticumdrankje of afwachtend beleid bij de behandeling van een loopoor bij kinderen met trommelvliesbuisjes. [1] 
    • Een loopoor is bij volwassenen een betrekkelijke zeldzaamheid. De huisartsenpost die ik in het weekend bel, beschikt alleen over een checklist voor het beoordelen van de ernst van deze aandoening bij kinderen. [2] 
Synoniemen
82 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. De Telegraaf 20 feb. 2014 Oordruppels beste behandeling loopoor
  2. NRC 4 april 2017 Loopoor
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be