lokettist
- lo·ket·tist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lokettist | lokettisten |
verkleinwoord |
de lokettist m
- (beroep) iemand die achter een met glasplaten beveiligde balie werkt
- Even naar Frankrijk voor de frisse lucht. We wilden een lokaal treintje nemen naar Parijs toen de lokettist zei dat er werd gestaakt. 'Maar wij zijn het niet hoor', zei de SNCF-man met een besmuikt lachje. 'Het is een Europese actie.' Niet alleen politici wijzen graag naar Brussel, ook stakende vakbonders schuiven de slechte berichten over de grens. Later op de dag meldde de krant Le Monde dat de Europese actiedag tegen 'l'austérité' - de broekriem - alleen Franse bonden in beweging heeft gebracht. [2]
- Dos S., werkzaam bij een schoonmaakbedrijf, zou die bewuste morgen voor haar werk naar Texel vertrekken, toen ze schreeuwend en dreigend met een mes een collega gijzelde. Toen die zichzelf korte tijd later wist te bevrijden, greep ze een lokettiste van TESO. [3]
- En ik vond dat de lokettist van de Wizzl mij had behoren te vertellen dat-ie transactiekosten in rekening ging brengen. Echt, ik voelde me getild. Het ging me niet om die 50 eurocent, maar om het principe. [4]
- Het woord lokettist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lokettist" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Martin SOmmer 03-03-12 Martin Sommer: 'Eerlijk gezegd geloof ik helemaal niet in een toenemend Europees gevoel'
- ↑ De Telegraaf 20 apr. 2018 Eis: jaar opname na gijzeling bij TESO
- ↑ Reformatorisch Dagblad 09-02-2007 Opgelicht
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be