Nederlands

 
Gipsen lits-jumeaux (1933)
Uitspraak
Woordafbreking
  • lits-ju·meaux
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord lits-jumeaux lits-jumeauxs
verkleinwoord lits-jumeauxtje lits-jumeauxtjes

Zelfstandig naamwoord

het lits-jumeauxo

  1. een stel van twee gelijke eenpersoonsbedden
    • 's Avonds in hun lits-jumeaux wendt Adelheid migraineachtige klachten voor, waardoor een gefrustreerde Alex maar weer troost zoekt in een extra chardonnaytje met een flink stuk 40+-kaas. [1] 
    • De ondernemer, die zelf in de dekbedden investeert, is nog bezig de productie voor elkaar te krijgen. 'Iets ontwerpen voor drukwerk of digitale media is gesneden koek, maar de confectie-industrie is een nieuwe wereld voor mij.' Toch verwacht hij dat de dekbedden over ruim een maand te koop zijn. Stadsdeeldiehards betalen dan voor een lits-jumeaux van 2,40 bij 2,20 waarschijnlijk rond tachtig euro. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia 12-12-07 Alex' gevecht tegen de kilo's
  2. Het Parool Joost Zonneveld24 april 2013 Slapen onder de Amstel
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be