Nederlands

 
linkerschoen
Uitspraak
Woordafbreking
  • lin·ker·schoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linkerschoen linkerschoenen
verkleinwoord linkerschoentje linkerschoentjes

Zelfstandig naamwoord

de linkerschoenm

  1. (kleding) schoeisel voor de linkervoet
     Een linkerschoen, een rode sok, een sjaaltje, de verpakking van een of andere ontbijtmix, parfum, een mondharmonica, afstandsbedieningen en een nummer van de TV Guide van december 1992.[1]
     Wat maakt de goal van Dennis Bergkamp tegen Newcastle United zo speciaal? Waarschijnlijk vooral de manier waarop hij de bal meeneemt. Met de punt van zijn linkerschoen tikt Bergkamp de bal naar rechts, waarna hij zelf naar links draait, om tegenstander Nikos Dabizas heen. Het is een actie waarvan je je afvraagt: hoe kom je erop?[2]
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “De logica van Cruijff in 14 wijsheden: respect, initiatief en creativiteit” (25-04-2020), NOS