Nederlands

 
rechterschoen
Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·ter·schoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechterschoen rechterschoenen
verkleinwoord rechterschoentje rechterschoentjes

Zelfstandig naamwoord

de rechterschoenm

  1. schoen voor de rechter voet
     In de hak van haar rechterschoen zit een opvallend gat. Andrea Deelstra heeft de opening bewust aangebracht. De atlete die zich afgelopen jaar in Berlijn voor de olympische marathon in Rio de Janeiro plaatste, heeft al wat langer last van haar voet.[1]
     Knegt rijdt in Sotsji al twee dagen rond met een pijnlijke rechtervoet. Hij wisselde al eerder van schoenen, maar zijn rechterschoen knelt waardoor hij op het ijs soms problemen heeft met zijn techniek. "Ik heb lichte pijn aan mijn voet, maar er is prima mee te schaatsen. Ik heb wel een klein beetje medicatie genomen om de pijn te verzachten. Het is afwachten hoe de voet er morgen bij staat", aldus Knegt.[2]
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Deelstra heeft de man met de hamer nog niet ontmoet” (Maandag 1 februari 2016, 08:04), NOS
  2.   Weblink bron “Wispelturige Knegt op zoek naar perfectie op EK” (Zaterdag 23 januari 2016, 18:39), NOS