linkerpink

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  linkerpink    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lin·ker·pink

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van linker (links met het invoegsel -er-) en pink

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	linkerpink	linkerpinken
verkleinwoord	linkerpinkje	linkerpinkjes

Zelfstandig naamwoord

de linkerpink m

1. (anatomie) de pink aan de zijde van waar zich in het lichaam gewoonlijk het hart bevindt

Antoniemen

• rechterpink

Gangbaarheid

• Het woord linkerpink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.