linkerarm
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lin·ker·arm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | linkerarm | linkerarmen |
verkleinwoord | linkerarmpje | linkerarmpjes |
Zelfstandig naamwoord
de linkerarm m
- (anatomie) de arm aan de zijde van waar zich in het lichaam gewoonlijk het hart bevindt
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord linkerarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "linkerarm" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be